Merk je bij jezelf dat het nooit genoeg is wat je doet, maakt of realiseert en
herken je je in onderstaande beschrijvingen dan heb je hoogstwaarschijnlijk te
maken met perfectionisme dat zich uit in faalangst.
* Faalangst heeft bijna altijd te maken met situaties die je in het verleden hebt
meegemaakt.
* Faalangst kan nauw samengaan met te hoge eisen die je ouders en opvoeders
aan jou stellen.
* Door je faalangst ga je onder je niveau werken. Bovendien word je ziek van
stress en angst.
* Door faalangst kun je in een burn-out geraken.
* Faalangst is niet leeftijd-gebonden.
* Schaamte is de drijfveer van je faalangst.
* Mensen met faalangst zijn bang om geen goede prestaties te leveren.
* Mensen met faalangst praten zichzelf de grond in met pessimisme als gevolg.
Hun lichaam maakt adrenaline aan dat nadelig is voor het lichaam en de
hersenen.
* Mensen met faalangst zijn gevoelig voor kritiek en vleierijen.
* Mensen met faalangst hebben een lage zelfwaardering; zij moeten van zichzelf
de lat steeds hoger leggen. Bovendien willen zij dat alles in een keer goed gaat.
Zij mogen van zichzelf geen fouten maken.
* Mensen met faalangst horen van binnen kritsche stemmen; deze zijn afkomstig
van hun ouders en opvoeders.
* Jij bent bang voor afwijzing. Je houdt kritiek binnen en daardoor verkrampen je
spieren.
* Jij wilt aardig gevonden worden en durft daarom geen nee te zeggen.
* Jij maakt weinig contact met het wijze deel van jezelf en daarom twijfel je aan
je eigen kunnen en weten.
* Wanneer je faalangstig bent wil je goed doen in de ogen van anderen en als
het niet goed gaat ontstaan er negatieve gevoelens.
FAALANGST